H 1 De geschiedenis van de wolf.

De oudste voorouders van de wolf leefden ongeveer 40 miljoen jaar geleden: de Miacis. 10 Miljoen jaar later kwamen de Hesperocyon. De Tomarctus zijn ook voorouders van de wolf die weer iets later verscheen. In West-Europa kwamen 3 � 4 miljoen jaar geleden de Canis Donmezani opduiken, dat waren de eerste honden. Ongeveer een miljoen jaar later kwam de Canis Lupus. Dit is de echte voorvader van de huishond die in de steen tijd thuis werd gehouden. Deze heten Canis zonder achtervoegsel. nu komt de wolf allen nog in Noord-Amerika en Azi� (Siberi�).

H 2 Soorten wolven.

De Grijze wolf was vroeger heel gewoon, omdat hij bijna overal voor kwam. Maar ze zijn uitgeroeid door de jagers en de boeren, die eten en land wilden. Ook bestaat er een poolwolf, deze heeft een witte vacht dat is een schut kleur op de witte omgeving, ook is zijn dikke vacht handig tegen de kou. De vacht van de poolwolf is in de zomer een beetje lichtgelig, een beetje grijs of soms wel eens zwart! Hij heeft kleine oren en een korte staart, zodat hij zo min mogelijk warmte verliest en het niet koud zal krijgen. De Poolwolven eten vooral hazen en vogels, soms als ze in een roedel (een wolvengroep) lopen dan doden zij soms een hert. Ook bestaat er een Alaskawolf, die wordt in een volgend hoofdstukje uitgelegd.

H 3 De leefwijze.

De wolven leven in een goed georganiseerde roedel. Dat is makkelijk bij het jagen en met hun terrein (territorium) verdedigen. De wolven leven in een roedel van vijf tot tien wolven. Iedere roedel bestaat uit een familie. Er is ��n leider, dat kan een mannetje zijn maar ook een vrouwtje. De rangorde in de roedel wordt in stand gehouden door een overheersende of onderworpen lichaamshouding aan te nemen en andere gedragingen zoals het gezamenlijk grootbrengen van de jongen. Het territorium van de wolf in een roedel strekt zich enkele honderden kilometers uit. Tijdens de paartijd is de wolf extra gesteld op zijn territorium. Hij zet zijn territorium af met zijn urinegeur en schrikt andere wolven af met luid gehuil.

H 4 Waar leeft de wolf.

Natuurlijk wonen alle wolven niet bij elkaar. Dat komt door de weersom standigheden. De poolwolf bijvoorbeeld, die wil op een niet al te warm stuk aarde wonen. En de grijze wolf wil niet op een al te koud stuk aarde wonen. Maar de wolven in het algemeen bewonen alle mogelijk bewoon bare gebieden vanaf de arctische toendra en de uitgestrekte steppe van Rusland tot berggebieden en bossen. Vroeger kwam hij in heel het noordelijk halfrond voor, nu bewoond hij nog maar een klein gedeelte van waar hij vroeger woonden. De Europe se wolf die, de naam zegt het al, in Europa leefden maar vooral in Engeland.

In 1500 was hij in Engeland uitgestorven.
In Ierland was hij in 1710 uitgestorven.
In Schotland was hij in 1743 uitgestorven.
In Denemarken was hij in 17 72 uitgestorven.

Deze wolf komt nog wel voor in bijvoorbeeld Duitsland in het Rijnland.

H 5 Voedsel en jacht.

De wolf is de grootste wildjager van de hond, hij jaagt vooral op hoefdie ren. Ook als een wolf zijn best doet kan hij ook in zijn eentje een hert vangen dat kost hem dan wel veel energie. In roedels doden ze nog grotere dieren zoals elanden. Bij de jacht ge bruikt de wolf zijn goede gehoor maar ook zijn zeer goede neus. Als het echt nodig is achtervolgd de wolf zijn prooi in de nacht. Hij is niet ��n van de snelste lopers maar hij behaald toch een snelheid van ongeveer 45 kilometer per uur. Zijn specialisatie is het uithoudingsvermogen. Als de prooi gedood is mogen eerst de wolven van een hoge rangorde, daarna komen de wolven van een wat lagere rangorde en tenslotte mag de rest de botten leeg eten. De eerste wolven die aan de beurt zijn eten zich helemaal vol, dat kan ��n vijfde van hun lichaamsgewicht zijn. De uitdrukking is niet voor niets "honger als een wolf". Iedereen doet mee aan de jacht behalve de jongen en de moeders daar van. De jongen en de moeders wachten tot de rest het eten komt breng en.

H 6 De wolf en de mens.

De mensen zijn van ouds af aan voor de wolf bang geweest. Dit beest is waarschijnlijk het meest vervolgd dan welk dier dan ook. Zijn slimheid en aanpassingsvermogen hebben het voor het totale uitsterven behoed. Vroeger leefden zij in Noord-Amerika, in Europa en in het Verre Oosten. Nu leeft de wolf alleen nog in grote aantallen in Rusland, Noord-Amerika en Oost-Europa. De wolven aten de dieren van de boeren op en dat wilden de boeren niet. Die reageerden daarop met gif, geweren en vallen voor de wolven die toen voor een deel uitstierven. Het lot van de wolf ligt nu in de han den van de mens. In Amerika leven nog wel wat wolven. Sinds 1973 zijn zij daar wettelijk beschermd. Maar in Alaska wordt de wolvenstand ge controleerd. Jagers schieten de wolven af omdat het concurrenten van hun zijn.

H 7 De voortplanting.

Als de wolf twee jaar is wordt hij/zij geslachtsrijp. Als de wolf een partner heeft blijven ze eerst een paar jaar samen. De paartijd begint in de win ter, dan is er een grote spanning in de roedel. De mannetjes mogen alleen paren als ze dominant zijn ( hoge rang hebben ). Tussen de ondergeschikten vinden gevechten plaats, om een hogere rang te krijgen. De meeste wolven hebben geen eigen jong maar die helpen het dominante paar het jong op te voeden. Negen weken na de paring werpt de teef haar jongen, wel 3-10! Ze legt haar jongen in een zelfgegraven hol. Soms gebruiken ze het hol van een ander die al weg is. De jongen worden blind geboren en zijn vrijwel hulpeloos. De jongen worden 7-9 weken gezoogd. Als de moeder haar jongen verlaat worden zij beschermd door of de vader of een babysit, een wolf uit de roedel. Langzaam aan leren de jongen vlees eten, dat eten komt iemand breng en die het eten of in zijn bek houd of heeft op gegeten en weer uitbraakt.

H 8 De Alaskawolf.

H 8.1 De leefomgeving van de Alaskawolven.

De Alaskawolven wonen in de meest verlaten streken van de aarde. In april komt de temperatuur soms niet eens beven de -30 graden Celsius. Omdat er altijd een fluitende wind waait voelt het aan als -100 graden celsius. Bijna geen ��n zoogdier red het met die omstandigheden. Lemmingen ( soort marmotten ) en sneeuwhazen komen vaak voor. Dat is niet het enige dat een wolf nodig heeft, hij heeft ook nog af en toe een grote prooi nodig. Muskusossen en kariboes zijn beter maar ze zijn er niet zo veel. Daarom heeft een roedel wolven ongeveer 2000 vierkante kilometer nodig om te leven. De kuddes kariboes trekken naar het zuiden en de kleine dieren gaan onder de grond. Dus de wolven gaan achter de kariboes aan.

H 8.2 Voedsel en jacht.

De volgroeide kariboes zijn veel te sterk voor een wolf. Ze jagen op deze beesten ook alleen maar in een roedel. Op de open toendra kunnen de wolven geen verrassingsaanval maken. Dan is het voor de wolven veel moeilijker om te jagen. De muskusossen maken een verdedigingskring, de wolven proberen met een soort zenuwoorlog de kring uit elkaar te halen. De wolven beginnen heen en weer te lopen en zorgen dat de groep kariboes naar hun blijven kijken vaak werkt deze tactiek niet, maar als het werkt dan gaan de wol ven er meteen achteraan. Als ��n van de wolven er ��n te pakken heeft dan helpen de andere wolven hem en sleuren ze de muskusos tegen de grond.

H 8.3 De leefwijze en voortplanting van de Alaskawolven.

De roedel van de Alaskawolven hebben als leider een reu met de hoog ste rang. Dat heet het Alfa-mannetje. Zijn teef heet het Alfa-vrouwtje zij staat op de zelfde hoogte als haar mannetje. De rest van de groep stel len zelf een onderlinge rangorde vast, maar ze luisteren wel naar de Alfa's. Net als bij de gewone wolf helpen de andere wolven de jongen opvoeden en ook jagen ze samen. In de herfst en de winter blijft de roedel zwerven. Na de paring in maart gaat het zwangere vrouwtje weg van de roedel en gaat ze een eigen onderkomen zoeken. Daar zal ze haar jongen groot brengen. Ze graaft daar dan een gat of als de grond bevroren is zoekt ze een ander hol of grot op. Een maand na de geboorte kan het beest eten en keer het teefje terug naar de roedel. De roedel verdeeld het voedsel, zodat de jongen genoeg kunnen eten. Na een jaar kunnen als alles goed is gegaan de jongen meelopen in de roedel.

De bronvermelding.

Een tijdschrift van school. Uit de Larousse collectie gemaakt H 1 en H 2.

De map, De fascinerende dierenwereld. Kaart 14 en kaart 128 Uitgever Transmondial, Voorthuizen IMP Nederland BV beneluxlaan 907, 3226 kk Utrecht. Hier heb ik de rest van de hoofdstukken mee gemaakt.


Naar boven|Index|Wil je mij e-mailen dat kan hier.